zondag 7 augustus 2011

Anne Frank


Op 12 juni 1929 werd Anne Frank geboren in de Duitse stad Frankfurt. Anne heeft een oudere zus, Margot. Haar moeder heet Edith en haar vader Otto.
De familie Frank is liberaaljoods. Dit betekent dat zij geloven in de Joodse godsdienst, maar dat zij niet sterk gelovig zijn.
Tot de zomer van 1933 hebben Anne en haar gezin in Duitsland gewoond.Dat jaar komt Hitler in Duitsland aan de macht. Hitler wilde een rijk met sterke mensen met blond haar en blauwe ogen. De Joodse mensen pasten hier volgens hem niet in. Anne's ouders voelen zich niet meer veilig en besluiten naar Nederland te vluchten. Anne's vader begint een bedrijf in Amsterdam.
Anne krijgt in juni 1942 het dagboek voor haar verjaardag cadeau.

De tweede Wereldoorlog


Net als Anne en haar familie vluchten er meer en meer Joden uit Duitsland. De haat tegen Joden is bij Hitler zo groot dat hij zijn leger tegen hen opzet. Er worden steeds meer maatregelen en wetten tegen de Joden genomen. Hitler bereidt een oorlog voor tegen vele landen. Hij wil het grootste rijk van de wereld krijgen. Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger Nederland binnen. Op 14 mei bombarderen zij Rotterdam. hierbij vallen veel doden. Het Duitse leger, ook wel Nazi's genoemd, dreigen meer andere steden te bombarderen. Nederland geeft zich over. In het eerste oorlogsjaar merkt men in Nederland nog niet zoveel van de bezetting van hun land. Eind 1940 willen de Duitsers weten wie er allemaal Joods zijn. Elke Nederlander moet zich daarom melden. Wie dit niet doet, krijgt een zware straf. Hierna krijgen alle Nederlanders een persoonsbewijs, dit is een soort paspoort. Bij de Joodse mensen komt er een stempel in te staan met een J. Daarna komen er net als in duitsland vele weten tegen de Joden. Doordat veel mensen bang zijn, gaan zij niet meer met Joodse mensen om. En dit is precies wat de Duitsers willen. Ze willen de Joden afzonderen van de rest van de mensen.



Anne mag niet meer naar de basisschool. Voortaan moet zij naar een speciale Joodse school. Ook moet zij een jodenster op haar kleding dragen. Ook mogen Joodse mensen niet meer fietsen, niet in de tram en van acht uur 's avonds tot zes uur 's ochtends niet op straat komen. Anne schrijft hierover in haar dagboek: "Er kwamen steeds meer regels voor de Joden en onze vrijheid werd zeer beknokt."

Het achterhuis


Op maandag 29 juni staat er in alle Nederlanse kranten dat de Duitsers alle Joden gaan brengen naar werkkampen in Duitsland. De Joodse mensen zijn in paniek. Veel Joden willen onderduiken, maar dit is moeilijk om te doen. Op zondag 5 juli krijgen de eerste duizend joden een kaart. Ook Anne haar moeder krijgt zo'n kaart. Hierop staat dat zij zich moet melden en hoe laat haar trein naar Westerbork vertrekt. Niemand weet wat er in een werkkamp zal gebeuren. Anne's familie besluit onder te gaan duiken. In het kantoor van haar vader zijn oude bedrijf blijkt een achterhuis te zitten. Niemand weet dat het achterhuis bestaat. Alleen vier mensen die in het bedrijf werken weten het wel. Zij helpen hen met onderduiken. Dit is heel bijzonder. Er staan zware straffen op het helpen van onderduikers. Onderduikers die gevonden worden, moeten naar een concentratiekamp. Dit zijn kampen waar alle Joden worden verzameld en gevangen gezet. Nu weten we dat al deze mensen daar werden vermoord.

Om het achterhuis nog beter te verschuilen wordt er een kast voor gezet. Anne schreef daarover in haar dagboek: 'Onze schuilplaats is nu een echte schuilplaats geworden. Mijnheer Kugler vond het namelijk beter om voor onze toegangsdeur een kast te plaatsen, maar dan natuurlijk een kast die draaibaar is'.In de kast lagen allemaal mappen, en er hing een kaart boven. Zo leek het een gewone kast. De kamer van Anne was best wel dicht bij de draaikast.




In de dagen die volgen, leert Anne elk plekje van de schuilplaats kennen. De onderduikers zijn heel bang dat ze worden ontdekt. Mensen in het magazijn mogen ze niet horen. Ook moeten ze oppassen dat de buren hen niet zien of horen.
Het enige contact met de buiten wereld verloopt via de helpers van de onderduikers. Zij kopen voedsel, brengen boeken en kranten mee en vertellen wat er allemaal in Amsterdam gebeurt.Anne is blij als op 13 juli 1942 de familie Pels er bij komt. Anna is blij dat ze er zijn. Het is gezellig en ook minder stil, want van de stilte wordt zij een beetje zenuwachtig.
De dagen gaan langzaam voorbij. Overdag, als het personeel werkt, mogen ze alleen maar fluisteren en lopen zij heel zacht op hun sokken. Niemand in het achterhuis mag de kraan of het toilet gebruiken tussen negen ’s ochtends en negen uur ’s avonds.
Op de meeste doordeweekse dagen, studeert Anne in de grote stapels schoolboeken die ze meegenomen heeft. Ze wil niet achterkomen op school.
Er komt een nieuwe onderduiker bij hen wonen. Anne vind hem erg aardig. Hij vertelt over wat er allemaal met de joden gebeurt en vertelt dat alle joden naar concentratiekampen worden gestuurd, waar ze uiteindelijk in gaskamers worden vermoord.

Het einde

Op een zomerdag schrikt Anne van vreemde, schreeuwende mannenstemmen van beneden. Ze zijn het kantoor binnengedrongen. Een van hen is in het uniform van de Duitse politie, de anderen zijn in burger. Waarschijnlijk zijn het de Nederlandse Nazi’s. Zij weten blijkbaar alles en gaan direct naar boven, naar de boekenkast en zo naar binnen.
Anne en haar familie en de anderen zijn ontdekt! Ze moeten geld en sierraden afgeven. Ze mogen nog wat kleren inpakken, waarna zij in een vrachtwagen naar een gebouw van de Duitse politie worden gebracht.
De onderduikers worden op 8 augustus overgebracht naar het kamp Westerbork, waar zij de hele maand in de zogenaamde “strafbarak” moeten blijven.
Anne en de onderduikers worden naar een concentratiekamp over gebracht. Anne leeft een halfjaar. In maart 1945 sterft ze. Anne is een van de zes miljoen joden die in de oorlog zijn vermoord. In de concentratiekampen zijn haar moeder, Margot en Anne overleden. Anne overlijd aan de ziekte Vlektyfus. Haar vader Otto Frank is de enige van de onderduikers uit het achterhuis die het concentratiekamp heeft overleeft.

Het dagboek


De vrouw die Anne en haar familie heeft geholpen met onderduiken (Miep), vind haar dagboek wanneer zij door de duitsers zijn meegenomen. De vader van Anne, Otto, was de enige die het had overleefd. Op 3 juni kwam hij weer in Nederland aan. Hij ging direct naar het huis van Miep en Jan Gies. Hij ging bij hen wonen. Na twee maanden ontving hij bericht dat Anne en Margot waren overleden. Miep wilde de dagboeken aan Anne teruggeven, maar nu ze dood was, gaf ze de dagboeken aan Otto. Otto was ontroerd. Hij wist niet dat Anne al haar belevenissen in het Achterhuis zo nauwkeurig had bijgehouden en opgeschreven. Otto typte grote stukken uit in het Duits en stuurde dat naar zijn moeder in Zwitserland. Hij wilde op zoek naar een uitgever, maar de oorlog was nog zo vers, dat er geen uitgever te vinden was. Tot er een stukje geplaatst werd van haar dagboek in een krant: Het Parool. Toen kwamen er uitgevers. In de zomer van 1947 kwam het dagboek uit in een oplage van 1500 exemplaren. Hiermee had Otto Annes wens eenmaal een schrijfster te worden in vervulling doen gaan.Al gauw kwam er een vertaling in het Duits en later ook in het Engels. Nu is het boek in 55 talen uitgebracht! Er zijn ruim 20 miljoen exemplaren van verkocht. Ook zijn er films en toneelstukken over gemaakt. Veel straten en scholen zijn naar haar vernoemd. Anne Frank staat symbool voor de zes miljoen Joden die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord door de Nazi's. De Anne Frank Stichting is op 3 mei in 1957 opgericht. Drie jaar later werd het Anne Frank Huis geopend als museum. Jaarlijks komen er 908.000 bezoekers uit de hele wereld het Anne Frank Huis bezoeken en is de voormalige onderduikplek een van de best bezochte musea van Amsterdam.